Wat betekent het voor u als uw stamrecht BV niet voldoende kapitaal heeft om aan de verplichtingen te voldoen?

Wat betekent het voor u als uw stamrecht BV niet voldoende kapitaal heeft om aan de verplichtingen te voldoen?

Tot 2014 was het mogelijk om een ontslagvergoeding belastingvriendelijk op te sparen door deze in een stamrecht BV onder te brengen. Dit kapitaal groeide verder in de BV en werd uiteindelijk gebruikt om een aanvullend pensioen op te bouwen. De belastingheffing werd uitgesteld tot de uitkeringsfase, wanneer de betalingen zouden beginnen. Deze uitkeringsfase is uiterlijk op 31 december van het jaar waarin men AOW gerechtigd wordt.

Een cliënt ontving in 2012 een ontslagvergoeding (gouden handdruk) en stortte dit bedrag in een stamrecht BV. Maar wat gebeurt er als de BV niet genoeg kapitaal heeft om de betalingsverplichtingen te dekken wanneer de uitkeringen moeten starten?

De situatie: een lege BV

• In het geval van cliënt heeft de BV inmiddels meerdere leningen verstrekt voor privé-uitgaven. 
• Gelukkig waren deze wel afgesloten o.b.v. “zakelijke gronden”. Er werden marktconforme afspraken gemaakt. 
• De rente is niet betaald en de leningen niet zijn afgelost. Hierdoor is het beschikbare vermogen in de BV afgenomen. 
• De totale vordering van de BV op cliënt bedraagt afgerond € 150.000.
• Als deze situatie voortduurt, kan het kapitaal in de BV zelfs volledig verdwijnen. 

Dit heeft vergaande gevolgen voor:

• • De belastingheffing
    • Deze kan heel hoog uitvallen waardoor de financiële problemen groter worden.

• • De toekomstige uitkeringen
    • Deze kunnen niet worden gedaan waardoor er een inkomenstekort is vanaf AOW-leeftijd.

De gevolgen van een lege BV

• Het doel van de Stamrecht BV was:
  • Om een oudedagsvoorziening op te bouwen door het kapitaal te laten groeien. 
  • Uitstel van belastingheffing

Op deze manier hoefde destijds niet 52% belasting te worden betaald over de gouden handdruk. In de toekomst kan de belastingdruk worden gespreid en is de kans groot dat de uitkeringen tegen een lager belastingtarief worden belast. 

• Echter, als de BV in het jaar waarin cliënt de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, niet voldoende middelen heeft om de uitkeringen te doen, kunnen de uitkeringen niet plaatsvinden.
• Maar de Belastingdienst zal nog steeds belasting heffen over het stamrechtkapitaal. Dit kan leiden tot een aanzienlijke belastingaanslag, zelfs als er geen geld meer in de BV is. In het verleden kon er zelfs ook nog een boete (revisierente) van in beginsel 20% worden opgelegd voor het niet naleven van de wettelijke bepalingen. Dit is gelukkig in ieder geval niet meer van toepassing.

Hoe ziet de belastingclaim eruit?

Laten we de cijfers er eens bij nemen:

• Het stamrechtkapitaal zou op 65 jaar (destijds de AOW leeftijd) € 550.000 moeten bedragen.
• Als er op dat moment niet genoeg liquide middelen in de BV zijn om aan de belastingverplichtingen te voldoen, bedraagt de belastingclaim 49,50% zijnde € 272.250 
• Momenteel is het beschikbare kapitaal (banksaldo) in de BV ongeveer € 250.000 wat niet genoeg is om deze belastingclaim te dekken. En helemaal niet genoeg om aan de verplichting van € 550.000 te kunnen voldoen.
• De huidige situatie maakt het moeilijk om het benodigde kapitaal bijeen te krijgen en privé is er ook geen mogelijkheid om de openstaande vordering in te lossen. Er is geen spaargeld en het uitgavenpatroon van cliënt is gelijk aan de inkomsten.

De oplossing: deels afkopen en de BV liquideren

• Omdat het realistisch gezien niet haalbaar is om de benodigde middelen in de BV te verkrijgen, adviseerde ik om het stamrecht gedeeltelijk af te kopen. 
• Het restant kapitaal in de BV kan dan buiten de BV voortgezet worden en de BV kan uiteindelijk worden geliquideerd.

Wat gebeurt er bij een gedeeltelijke afkoop?

• De vordering op cliënt privé bedraagt € 150.000. 
  • Bij een afkoop van dit deel is er belasting verschuldigd tegen het hoogste tarief van 49,50%, wat neerkomt op € 74.250. 

• Dit bedrag moet uit de BV komen omdat er in privé geen spaargeld is. 
  • Over deze uitkering uit de BV moet dan ook weer belasting worden betaald. Voor deze onttrekking is een bruto bedrag / onttrekking op papier nodig van ongeveer € 147.000 nodig om de belastingclaim van € 74.250 te voldoen. Over deze onttrekking moet dan ook 49,50% belasting worden betaald. Dit is een bedrag van afgerond € 72.650.

• Totaal moet belasting worden betaald van € 74.250 + € 72.650 = € 146.900.

Wat gebeurt er met het restant van het stamrechtkapitaal?

• Na de afkoop blijft er ongeveer € 100.000 over in de BV, wat kan worden voortgezet bij een wettelijk toegestane aanbieder, zoals een verzekeraar of een bank. 
• Dit kapitaal kan verder aangroeien totdat de uitkeringen beginnen. 

Conclusie

Het was voor deze cliënt belangrijk om direct actie te ondernemen.

• Anders zou er straks geen geld meer in de BV zitten waardoor er geen oudedagsvoorziening kon worden geregeld. 
• Daarnaast had de belastingdienst wel een belastingclaim opgelegd van € 272.250. Op dit moment. In de toekomst was dit een groter bedrag geweest.
• De kans zou heel groot zijn geweest dat de eigen woning zou moeten worden verkocht om de belastingclaim te kunnen betalen.

Dat is met dit advies opgelost. 

• Er is nu nog steeds een oudedagsvoorziening.
• Er is geen belastingclaim meer in de toekomst. 
• Cliënt kan ook gewoon in de eigen woning blijven wonen.