Box 3: Leuker kunnen we het niet maken, wel moeilijker
De situatie
Veel mensen hebben vragen over box 3. Er is veel onduidelijkheid, vooral door veranderingen in de belastingheffing de afgelopen jaren en de gevoelige kwestie van vermogensrendementsheffing. Het lijkt vaak niet eerlijk, en dit wordt ondersteund door recente uitspraken van de Hoge Raad. Bovendien is er veel verspreide informatie
Daarnaast is het berekenen van box 3 best lastig.
De oplossing
Deze is natuurlijk afhankelijk van de financiële en fiscale positie van een cliënt.
Ik ga nu uit van algemene informatie:
- Het Kerstarrest (24 januari 2021)
De Hoge Raad oordeelde dat de belastingheffing in box 3 sinds 1 januari 2017 in strijd is met het Europees recht. Dit komt doordat er werd gewerkt met een forfaitair rendement welke was gebaseerd op rendementen van een fictieve vermogensmix (sparen en beleggen minus schulden in box 3), terwijl in werkelijkheid het rendement van je vermogen heel anders kan zijn. Dit is een inbreuk op het discriminatieverbod en de bescherming van het eigendomsrecht. De Hoge Raad vond dat er uitgegaan moest worden van het werkelijke rendement.- De Herstelwet (2022)
Om de situatie voor de jaren 2017 tot en met 2022 recht te zetten, werden er nieuwe regels ingevoerd. In deze wet werd een aparte forfaitaire heffing ingevoerd voor banktegoeden, overige bezittingen en schulden in box 3. Deze regels zijn alleen van toepassing als ze voor de belastingbetaler voordeliger zijn. - De Overbruggingswet (2022)
De belastingregels voor 2023 en verder werden ook aangepast. Ook hier bleven de forfaitaire rendementen voor banktegoeden, overige bezittingen en schulden bestaan. Er zou hier niet mogen worden gerekend met werkelijke rendementen.
- De Herstelwet (2022)
- De Hoge Raad (6 en 14 juni 2024)
De Hoge Raad oordeelde opnieuw dat de regels voor overige bezittingen nog steeds in strijd zijn met Europees recht. Dit betekent dat er eigenlijk (wel) gekeken moet worden naar het werkelijke rendement.- Bij een lager rendement dan het forfaitaire rendement ontvangt iedereen waarop het arrest gevolgen heeft een brief van de belastingdienst, wanneer er nog geen definitieve aanslag is opgelegd of voor wie een bezwaarschift is aangehouden.Het is dus belangrijk dan wanneer je toch een aanslag ontvang, je binnen de bezwaartermijn van 6 weken bezwaar maakt. Iedere belastingplichtige zou deze brief al ontvangen moeten hebben.In de zomer van 2025 volgt op mijnbelastingdienst.nl een formulier “opgaaf werkelijk rendement”. Via dit formulier is aan een lager rendement aan te tonen. Dit formulier is een noodoplossing en moet z.s.m. worden vervangen door goede wetgeving.
-
- Bij een hoger werkelijk rendement is er geen nadeel. Er wordt dan belasting betaald over het forfaitaire rendement. De uitspraak van de Hoge Raad kan dus nooit nadelig uitpakken
Voor banktegoeden kwam het forfaitaire rendement meestal wel overeen met het werkelijke rendement.
Nieuwe wetgeving | Werkelijk rendement
De nieuwe wetgeving had in moeten gaan in 2027. De verwachting is dat dit pas op zijn vroegst in 2028 wordt. Maar hoe zou het werkelijk rendement moeten worden vastgesteld:
- Het werkelijke rendement wordt berekend over je totale vermogen. Dus naast overige bezittingen ook van banktegoeden.
- Er moet een vergelijk worden gemaakt tussen het werkelijk rendement en het forfaitaire rendement.
- Het gaat hierbij niet alleen van dit vermogen op 1 januari maar over het rendement hierop gedurende het hele jaar.
- Je mag geen rekening houden met het heffingsvrij vermogen.
- Het rendement is nominaal, zonder correctie voor inflatie.
- Alle inkomsten (rente, huur, dividend) én de waardeontwikkeling (positief of negatief) van je vermogen tellen mee. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeontwikkelingen.
- Verliesverrekening uit voorgaande jaren wordt niet toegepast.
- Er mag geen rekening gehouden met kosten. Wel met rente kosten van schulden die tot box behoren.
De bewijslast ligt bij de belastingplichtige: jij moet aantonen dat je werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement.
Raad van State
- De nieuwe wetgeving is zoals gebruikelijk is, doorgestuurd naar de Raad van State voor advies. Het advies is niet bindend, wel moet de minister altijd duidelijk maken wat er met dit advies is gebeurd.
- Maar er zijn wel belangrijke bezwaren. Het voorstel wordt als te complex en moeilijk uitvoerbaar gezien, wat kan betekenen dat er waarschijnlijk nog veel gaat veranderen.
Berekening vermogensrendementsheffing
Het berekenen van het werkelijke rendement kan behoorlijk lastig zijn, vooral als er veel beleggingen zijn aangekocht en/of verkocht. Maar dan moet ook nog de berekening over het forfaitaire rendement worden gemaakt. Die is voor veel cliënten ook niet heel makkelijk. En dat met de IB aangifte over 2024 die binnenkort moet worden ingediend.
De Belastingdienst zelf heeft de volgende stappen uitgewerkt om te helpen:
- Bereken het belastbaar rendement
Gebruik de voorlopige rendementspercentages per soort vermogen. U gaat uit van de waarde van uw bezittingen en schulden op 1 januari 2024.Het rendement van banktegoeden telt u op bij het rendement van beleggingen en andere bezittingen. Van het totaal trekt u het rendement van de aftrekbare schulden af. Dit is uw belastbaar rendement.
- Bereken uw rendementsgrondslag
Dat zijn uw bezittingen min uw schulden. Uw schulden mag u niet helemaal aftrekken. Van uw schulden trekt u eerst de drempel af.
- Bereken uw grondslag sparen en beleggen
Van uw rendementsgrondslag trekt u het heffingsvrij vermogen af. Dan hebt u de grondslag sparen en beleggen. U mag de grondslag verdelen als u een fiscale partner hebt. Elke verdeling mag, als het totaal maar uitkomt op het bedrag van de hele grondslag.
- Bereken uw aandeel in de rendementsgrondslag
U deelt uw aandeel in de grondslag sparen en beleggen door de rendementsgrondslag en vermenigvuldigt dit met 100. Rond af op 2 decimalen achter de komma. Dit percentage is uw aandeel in de rendementsgrondslag.
- Bereken uw voordeel uit sparen en beleggen
U vermenigvuldigt uw belastbaar rendement met dit percentage. De uitkomst is uw box 3-inkomen.
- bereken hoeveel belasting u moet betalen in box 3
Vermenigvuldig het belastingtarief voor box 3 in 2024 (36%) met het voordeel uit sparen en beleggen.
Zie de volgende URL voor de volledige uitleg: Hoe wordt mijn box 3-inkomen over 2024 berekend?
Voorbeeld van een berekening
Ben je er nog? Ik ga mijn best doen om de berekening op een andere manier misschien net iets makkelijker te maken.
Een voorbeeld van een alleenstaande cliënt met de volgende situatie:
Spaargeld: € 100.000
Beleggingen: € 200.000
Schulden in box 3: € 100.000
De berekening is als volgt:
Spaargeld: € 100.000 x 1,03% = € 1.030
Overige bezittingen: € 200.000 x 6,04% = € 12.080
Schulden: € 96.300 (€ 100,000 -/- € 3.700 doelmatigheidsdrempel) x 2,47% = € 2.378
Totaal belastbaar: € 203.700 (bezit min schulden) | € 10.732 forfaitair rendement, dit is 5,26% van € 203.700
Heffingsvrij vermogen: € 57.000
Grondslag: € 203.700 -/- € 57.000 = € 146.700 x 5,26% = € 7.716
Belasting: € 7.716 x 36% = € 2.777
Wat betekent dit voor jou?
Het blijft een ingewikkeld proces en de belastingdienst moet nog veel werk verzetten om alles duidelijker en makkelijker uitvoerbaar te maken. Ondertussen blijft het goed om je eigen situatie in de gaten te houden. Waarbij het berekenen van het werkelijke- en het forfaitaire rendement belangrijk is.
Reactie plaatsen
Reacties